zenden van beroepslieden, als zelfstandig worden aange-voerd, die het absoluut niet zijn, nog afgezien van de huisindustrie. Ik herinner aan het oneindige getal van slotenmakers, kastemakers, messenmakers enz. enz., die zich zelfstandig noemen, maar feitelijk thuiswerkers zijn voor den koopman of den fabrikant. (Zeer juist).
Dit komt door de eigenaardige methode in de statistiek, men voert bedrijven als zelfstandig aan, die dit in het geheel niet zijn, maar dwerg-bedrijven zijn. Dat is het groote verschil tusschen bedrijfs- en bezitsstati-stiek. Hadden wij eene bezitsstatistiek te onzer beschikking, gij zoudt er verstomd van staan, hoe het aantal bedrijven ineensmolt (zeer juist). Gij behoeft maar eens te denken aan de groot-grondbezitters!
Die bezitten tevens, respektievelijk: tegelbakkerijen, brouwerijen, brandewijnstokerijen, zaagmolens, kalkbranderijen, suikerfabrieken enz. enz. Deze bedrijven worden als zelfstandige, in de statistiek aangevoerd. Denkt ook hierbij verder aan de groote naamlooze vennootschap, de Schultheisz’sche in Berlijn, die eene menigte bierbrouwerijen bezit, die allen als zelfstandige bedrijven hier aangevoerd worden, zonder het te zijn. Elke groote brouwerij, heeft eene eigen kuiperij, die ook als zelfstandig bedrijf wordt gerekend. Daarbij komt, dat heden ten dage, het aantal arbeiders niet eens meer eene maatstaf is, om te beoordeelen of er sprake is van grootbedrijf; de tendenz der ontwikkeling in de industrie, gaat n. 1. daarheen, om het aantal arbeiders steeds zooveel mogelijk te verminderen. Wanneer in weerwil daarvan het getal arbeiders gestadig aangroeit, dan komt dit daarvandaan, dat er in de kapitalistische ontwikke-
4«