met 93 procent, eene vermeerdering van het aantal arbeiders met 93,5, en de allergrootste bedrijven hebben zich vermeerderd met 75 proc. het aantal arbeiders daarin met 82 proc. Het is dus aan geenerlei twijfel onderhevig, hoe het met den ontwikkelingsgang in deze bedrijven staat.
De produktenvoorraad, welke al deze kleinbedrijven vertegenwoordigen, komt nauwelijks in ernstige aanmerking, tegenover dien van de middel-en grootbedrij -ven. Wij bezitten in Duitschland, helaas, geen produk-tiestatistiek, maar ik heb hier eenige intressante getallen, die betrekking hebben op de Vereenigde Staten van N.-Amerika en die bovendien omvatten, kapitalistisch gedreven, bedrijven. Het gaat om 10 hoofdtakken van industrie aldaar, waarvan de onderste klasse per jaar voor minder dan 40,000 dollars, de middelste tusschen 40 en 150,000 dollar en de bovenste voor meer dan 150,000 dollar produceerde. Het aantal fabrieken, die zij omvatten, bedraagt in het geheel: 3696. Hiervan kwamen op de onderste klasse : 2042, dus verre over de helft, en deze 2042 bedrijven produceeren slechts 9,4 proc. van het totaal produkt. (Bravo!) de 968 fabrieken middelste klasse brengen: 19,5 proc. zoodat in het geheel 30.10 fabrieken: 28,9 proc. voortbrengen; terwijl 686 groote fabrieken, 19 proc. dus der gezamenlijke bedrijven, niet minder dan 71,1 procent van het totaal-produkt voortbrengen. (Bravo). Stel u nu voor, wat er wel aan produktenwaarde van het totaal-produkt voor den dag zou komen, wanneer wij die geheele hand-werksmatige produktie in Duitschland in rekening zouden brengen!
Daarbij komt dit, dat duizenden en nog eens dui-