tegenover de arbeiders, als één man van sterken wil; de arbeiders kunnen buiten liet kartel nergens arbeid vinden.”
De Webb’s zeggen in hun boek over de „Theorie en de praktijk der vakvereenigingen:”
„Wanneer (daarentegen) de geheele industrie in de handen van een groot ondernemersdom is gekomen, of verdeeld is over een klein getal van niet-elkan-der beconcurreerende ondernemers, dan ondervindt de vakvereeniging, dat haar werken zoo goed als nutteloos is.” h
Zeker, onze zeden zijn verzacht. Wij voeren den klassenstrijd niet meer zoo als in vroeger eeuwen. Maar tegenwoordig wordt hij gevoerd met doeltreffender middelen: de ondernemers voeren hen van hunne zijde met het hongerwapen: door toepassingen van uitsluitingen op groote schaal.
En nu over de ellende dan, die niet zou zijn toegenomen. Het prof'. Treub kwalijk te nemen, dat hij ook op dat punt de sociaal-demokratie misverstaat, gelijk op alle hoofdpunten, zou onbillijk zijn.
Marx ‘) was zeker wel de eerste stadhuishoudkundige, die wees op de zegenrijke werking van le de vereeniging van de arbeiders tot verbetering van hun lot en ten 2e de arbeidswetgeving, zooals die in Engeland voor 60 jaren aangevangen is. 1
1
Op bladz. 68 der broch. wordt voorspeld dat de botsingen tusschen ondernemers en werklieden, zullen worden bezworen door gemeenschappelijk overleg. De statistiek in Dnitschland en Engeland daaromtrent toont niet voor het minst aan, dat bij dit gemeenschappelijk overleg, de arbeiders in de meeste gevallen, en in de gunstigste, maar voor een deel iets van hun eischen ingewilligd krijgen.
2) Zie hierover Marx’ beschouwing, Bijlage B.