neemt, met de toename der groot-industrie, is voor een deel hierop terug te voeren, dat op een zeker punt van ontwikkeling der industrie, vrouwen- en kinderarbeid duurder worden dan volwassen mannenarbeid.x) Bijv. in de Textielnijverheid, door de toename van de gecompliceerdheid der machines en bearbeiding' der samengestelde weefgoederen, is dit ’t geval.
En nu de arbeidsloonen. Prof. Treub deelt ons daar ware wonderen van mede uit Engeland vooral en ook uit Frankrijk en Duitschland. Van ons land zwijgt Prof. Treub 1 2) heel verstandiglijk. Nu zal ieder wel dit willen toegeven, dat als de geheele nationale rijkdom van een land vermeerdert, de arbeidende klasse natuurlijk daar ook wrel iets van zal krijgen. Al wordt dit dan ook in 99 van de 100 gevallen veroverd door strijd, door klassenstrijd, die alweder in bijna alle gevallen niet wordt „getemperd,” maar door de houding der industiïe-potentaten wordt aangewakkerd en verscherpt.
Maar waar staat het echter bij sociaal-demokraten dat de geldloonen der arbeiders steeds dalen moeten, gelijk Prof. Treub dat gelieft te beweren?
Is soms de theorie van de „ijzeren Loonwet” er eene van de sociaal-demokraten of is zij door dezen niet juist bestreden en verworpen?
Maar bovendien, als de loonen der arbeiders gestegen zijn in sommige beroepen en beduidend in vergelijking van vijftig jaren terug, wat bewijst dat dan nog tegen
1
Mij dunkt dat het nogal wel is, dat liet aantal in de industrie ^verkende gehuwde vrouwen, sedert 1882 met 50 proc. is tosgenomen.
2
Een van Prof. Treub’s partijgenooten, rekende het in eene vergadering te Veendam, ons soc. dein. als een fout aan, dat wij steeds met toestanden uit het buitenland komen aandragen. Men ziet dat Prof, Treub niet anders doet dan dat.