stellingen, die hun oorzaak vinden in de tegenstelling van maatschappelijk bezit en niet-bezit, zijn op hunne beurt weder het gevolg van de produktie-wijzen van elk tijdvak, van de geschiedenis in het bijzonder. De strijd door die klasse-tegenstellingen ontstaan, was steeds de drijver der vooruitgang, waarnaast natuurlijk het ontstaan van het handels-kapitalisme, de ontwikkeling der techniek, de ontdekking van nieuwe werelddeelen, het ontstaan en het steeds meer uitbreiden der wereldmacht even zoovele en zoo machtige faktoren waren, die onze samenleving steeds haar aartsvaderlijk karakter hebben doen verliezen en den weg hebben gebaand voor de heerschappij van het kapitaal, respektievelijk die van het groot-kapitaal.
De strijd van de niet-bezittende tegen de bezittende klassen, is, door de eeuwen heen steeds gevoerd en is dan eens met minder, dan eens met meer succes gestreden. Hij is gevoerd door klassen, die economisch tot den ondergang waren gedoemd, tegen die welke daar maar voor een deel oorzaak aan waren of direkt hunne uitplunderaars waren: zooals het geval was in de Boerenoorlogen uit de middeneeuwen in Duitschland; hij is ook gevoerd door eene klasse, die economisch zich ontwikkelde, maar zich, door de ijzeren kluisters, waarin het feodalisme gedurende eenige eeuwen de samenleving in al hare vertakkingen had gesloten, in hare ontwikkeling naar boven belemmerd zag; gelijk dat met de burgerlijke klasse in de beide afgeloopen eeuwen vooral, het geval was.
Hij is niet altijd bewust gestreden, niet altijd zoo precies met het doel voor oogen zich te bevrijden van het juk dat de klasse die onderlag drukte, hetzij economisch, hetzij politiek, hetzij beiden tegelijk. Maar gestreden is