dag op zulk een giftige manier tegen een politiek man van de beteekenis van Jaurès gevoerd, vooral in een land als Frankrijk, voor het leven van zoo iemand eenmaal gevaarlijk moest worden.
Jaurès heeft zonder verpoozen er voor geijverd, dat de buitenlands che politiek van Frankrijk niet storend zou ingrijpen in het overgangsproces, dat op den duur Frankrijk nader tot Duitschland zou moeten brengen, maar dat zij •integendeel alles zou doen, om deze gelukkige ontwikkeling te bevorderen.
Maar hij stootte daarbij op de politiek van mannen als Delcassé, die bij meer dan eene gelegenheid toonde den oorlog met Duitschland te willen, en wiens houding tijdens het eerste M a rokko -k on flikt in 1905—1906 door Jaurès nog juist precies op tijd kon worden ontmaskerd om Europa aan het noodlot van een algemeenen oorlog nog te kunnen doen ontsnappen.
In zekeren zin kan men zeggen, dat Jaurès 'bij die gelegenheid den oorlog van 1914 al heeft voorzien. Dit tijdperk waarin het ,,Delcasséisme,, in de buitenlandsche politiek de overhand kreeg, scheen Jaurès een schrikwekkende gelijkenis te vertoonen met dat hetwelk in Frankrijk aan den oorlog van 1870 voorafging.
Jaurès waarschuwde onophoudelijk zijn volk tegen al die onklare, vage ,,revanche”-gedachten, die toen opnieuw levendig waren geworden; tegen het diplomatiek stelling nemen in Duits ch-Engels che konflikten, tegen een voortdurend verder om zich heen grijpen van de zucht naar koloniale veroveringen. Hij deed dat onvermoeid, dagelijks, met het woord en met de pen. Zelfs probeerde hij later, toen ten tweede male, in het tweede Marokko-konflikt van 1911, de oorlog bijna niet 'meer te vermijden scheen, in Berlijn als spreker op te treden, wat de Duitsche regeering hem echter belet heeft.
Tegenover die opeenvolging van konflikten, die de meest onbedriegelijke teekenen waren voor den stand van den oorlogsbarometer in Europa, vestigde Jaurès steeds meer zijn hoop op de internationale socialistische arbeidersbeweging. Zijn optreden op de internationale kongressen van de laatste jaren, in het bijzonder zijn geweldige rede te Basel in 1912, de pogingen die hij enkele weken vóór zijn