Rusland, vooral in de chauvinistische en militaristische kringen, die een oorlog met Duitschland uit „revanche” nog altoos als het groote doel van Frankrijk’s buitenlands che politiek najaagden, steeds nauwer aan te halen, als een voortdurende bedreiging tegen den vijand. Het eene milliard, dat de kleine spaarders aan het Tsarenrijk leenden, volgde het andere op en de chauvinistische pers verheerlijkte iedere zoodanige leening als een „patriottische” daad.1)
Het verbond met Engeland, de zoogenaamde „entente cordiale”, een brouwsel uit de diplomatieke duisternis, waarmee minister Delcassé, de fanatieke chauvinist en politieke avonturier, het lot van Frankrijk verkocht aan die groote mogendheid, die 'beloofde het tegen Duitschland te zullen helpen, verslechterde die situatie nog.
Tenslotte maakte de ontwikkeling van de verhoudingen m Turkije en op het Balkan-schiereiland, die de nieuwe tegenstellingen Duitschland-Engeland eenerzijds, Oosten-rijk-Rusland anderzijds schiep, dien toestand zóó onver-dragelijk, dat het te verwonderen is dat de katastrofe die in Augustus 1914 tot een voor de wereld zoo rampzalig feit werd, niet reeds veel eerder was uitgebroken.
Dat dit niet is geschied, is voor een goed deel te danken aan den strijd van de socialistische Internationale. Zeker, zij heeft den oorlog tenslotte niet kunnen voorkomen; maar wie niet opzettelijk blind wil zijn, zal dienen te erkennen, dat zij alle krachten die zij had en alle middelen die haar ten dienste stonden, gebruikt heeft, om het oorlogsgevaar zoolang mogelijk te keeren en Europa die ramp zoolang mogelijk te besparen.
Men moet evenwel de groote rol die Jaurès in het zoo-even geschilderde tijdvak heeft gespeeld en die hem vooral ook vèr over de grenzen van Frankrijk, in alle landen der socialistische Internationale, terecht het schitterende aanzien hebben bezorgd, waardoor zijn naam in het millioenen-leger van het proletariaat altoos zal blijven voortleven, ook weer zien in het licht van de rol die Frankrijk zelf in de politiek van Europa had te vervullen.
x) Vóór den oorlog bedroeg de som van Fransoh kapitaal in Russische staatsleeningen al 20 milliard francs (10 milliard gulden).