ting. Zij was een van-dag-tot-dag zich voltrekkend: proces, dat vooral de socialisten door hun hervormingsdrang, in het parlement en daarbuiten, hadden te bevorderen en te 'bespoedigen. En dat in een republiek met demokratische grondslagen als Frankrijk deze opvatting temeer gerechtvaardigd was, heeft Jaurès meermalen, met een beroep op uitingen van Friedrich Engels en anderen, helder in het licht kunnen stellen.
STRIJD VOOR DEN VREDE.Van niet minder beteekenis dan Jaurès’ binnen-landsche was zijn buitenlandsche politiek en zij boezemt ons zelfs nog meer belangstelling in, wijl zij zoo innig samenhing met het laatste tienjarig tijdvak dat voor den vrede in Europa van zoo oneindig veel gewicht is geweest en de voorname positie van Jaurès in de socialistische Internationale heeft bepaald.
Men kan wel zeggen, dat de tien jaren die aan den huidigen oorlog voorafgegaan zijn en waarin het oorlogsgevaar haast geen enkel jaar van de lucht is geweest, de politiek van de Internationale, die op geen ander dodl gericht was dan op het behoud van den vrede, voornamelijk door Jaurès geleid is.
Men kan Jaurès’ standpunt, ten opzichte van dezen strijd, het best karakteriseeren als revolutionair pacifisme.
Hij wenschte den vrede, maar wilde niet enkel en alleen maar daarvoor gepropageerd zien langs den weg van de overtuiging. Vrede was voor Jaurès het doel; maar er bestond geen middel, dat volgens hem voor het behoud daarvan door het proletariaat niet gebruikt zou mogen worden, zoodra zijn organisatorische machtsontwikkeling het daartoe in staat stelde.
De laatste tien jaren waren voor den vrede in Europa van den meest gevaarlijken aard.
De internationale toestand werd, eenerzijds tengevolge van de zich meer en meer ontwikkelende koloniale expansie-zucht, anderzijds tengevolge van de politiek van Engeland, om Duitschland in Europa met een kring van tegenstanders te ommuren, met den dag meer gespannen.
,In Frankrijk zelf trachtte men het bondgenootschap met