Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



28

zouden er uit de niet-vermogenden 20 leden bij worden gekozen; uit de bekwaamste geleerden, kooplieden, magistraten en administrateurs, die door die toelating eene dotatie van 25,000 franken aan grondeigendom zouden verkrijgen.

De Pairs zouden door den Europeeschen koning worden benoemd uit de allerrijksten van Europa; ieder Europeesch pair zou ten minste 500,000 francs aan rente moeten bezitten. Ook zouden hier nog 20 pairs bij kunnen toegelaten worden en gedoteerd, uit de mannen van wetenschap, industrie, magistratuur en administratie te kiezen. Over een Europeeschen koning, wiens instelling eveneens in het plan lag, heeft de Saint-Simon zich niet verder uitgelaten.

Tot de bevoegheden van het Europeesche parlement rekende de Saint-Simon in de eerste plaats, twistpunten oplossen tusschen de Mogendheden onderling. Verder het ondernemen en het leiden van groote werken van openbaar nut voor de Europeesche maatschappij, bijv.: het verbinden van den Rijn met den Donau en dat van den Rijn aan de Oostzee, enz. Dan ook zou dit Parlement het openbaar onderwijs, in zijn geheel, onder zijn beheer moeten nemen. Vervolgens, zou het „een Wetboek van de zede-leer” moeten ontwerpen en invoeren, gesplitst in voorschriften voor het algemeen en voor elke natie. Zulk een „code” zou geheel Europa moeten worden ingeprent.

Na zich aldus te hebben bezig gehouden met het najagen van hersenschimmen; immers in de dagen waarin hij „De la Ré-organisation” schreef was er in de verste verte niet te denken aan de algemeene vereeniging van de Europeesche Staten, ging de Saint-Simon zijn groote denkkrachten besteden aan de hervorming van den arbeid. In Mei van ’t jaar 1817, kwam het eerste deel uit van „L1 Industrie” („Over de nijverheid”) onder het motto; Tout par 1’Industrie, tout pour elle”. (Alles door de industrie, alles voor haar.”) Daarin was Augustin Thierry, den reeds genoemden leerling van de Saint-Simon aan het woord, die daarin een krachtig betoog hield over de nuttigheid van de industrieele klasse. In het oude Europa was de krijgsman in eere, hij achtte zich krachtig, omdat de menschen voor hem leefden; in het nieuwe Europa is de industrieel de hoofdpersoon, hij heeft het bewustzijn van zijn sterkte, omdat alle menschen zijn belang voorstaan en behartigen. Volgens de nieuwe beschouwing is thans die natie de eerste van allen, die het nuttigst voor de anderen is. Het geluk van een volk bestaat in maatschappelijke werkzaamheid: eerst werken dan genieten. „Werkt voor allen, want allen werken voor u,” dé,t is de leuze van den nieuwen tijd! En de groote strijd die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.