— 243 —
„De geldsom die de arbeider voor zijn dagarbeid, weekarbeid enz. bekomt, vormt het bedrag van zijn nominaal, of naar de waarde geschat arbeidsloon. Het is echter duidelijk, dat al naar de lengte van den arbeidsdag, alzoo naar mate der dagelijks door hem geleverde hoeveelheid arbeids, hetzelfde dagloon, weekloon enz. een zeer verschillende prijs van den arbeid, d. w. z., zeer verschillende geldsommen, voor hetzelfde kwantum arbeid, vertegenwoordigen kan. Men moet dus bij het tijdloon weder onderscheid maken, tusschen het totaal-bedrag van het arbeidsloon, — dagloon, weekloon enz., — en den prijs van arbeid.”
De gemiddelde prijs van een arbeids-uur dient hier tot maatéén-heid van den prijs der arbeidskracht.
„Daaruit volgt, zegt Marx vervolgens, „dat het dagloon of weekloon enz. hetzelfde kan blijven, hoewel de prijs van de arbeidskracht voortdurend dalen kan. Omgekeerd, kunnen dag- en weekloon stijgen, hoewel de prijs van den arbeid, constant blijft of zelfs daalt. Het rijzen van de nominale dag- of weekloonen, kan daarom begeleid zijn van een gelijkblijvenden, of een zinkenden prijs van de arbeidskracht.
Marx onderzoekt dit verschil nader en ook de juiste rol, die de lengte van den arbeidsdag hierbij speelt.
„Het is een algemeen bekend feit, dat hoe langer de arbeidsdag in een tak van industrie, zooveel te lager is het arbeidsloon”---- In de eerste plaats volgt uit de wet: „bij eene be
paalden prijs van den arbeid, hangt het dag-of weekloon van de kwantiteit der geleverden arbeid af”, dat, hoe lager de prijs van den arbeid is, des te grooter het kwantum arbeids zijn moet of des te langer de arbeidsdag, opdat de arbeider van een, al is het dan ook maar kommerVol doorsnêeloon, verzekerd kan zijn. Het lage peil van den arbeidsprijs, werkt hier als een aansporing, tot verlenging van den arbeidstijd. Omgekeerd evenwel, produceert harerzijds de verlenging van den arbeidstijd, een daling van de arbeidsprijzen en daarmede ook eene in dag- en weekloonen.”
„Het stukloon, is niets dan een veranderden vorm van het tijdloon, zooals het tijdloon de veranderde vorm is, van de waarde, of van den prijs der arbeidskracht.
Bij het stukloon, ziet het er op ’t eerste gezicht uit, alsof de door den arbeider verkochte gebruikswaarde, niet de funktie van zijn arbeidskracht is, de levende arbeid, maar de reeds in het produkt belichaamde arbeid, en alsof de prijs van dezen arbeid niet, gelijk bij het tijdloon, door de breuk: