— 236 —
eene manier revolutioneert, die den weerstand tegen dezen tendenz breekt, produceert zij anderzijds, deels uit van voor het kapitaal, vroeger ontoegankelijke groepen der arbeidersklasse, eene overvloedige arbeidersbevolking, die zich door het kapitaal de wet moet laten voorschrijven. Daarvandaan het merkwaardige verschijnsel in de geschiedenis van de moderne industrie, dat de machine alle zedeljke en natuurlijke grenzen van den arbeidsdag overschrijdt. Daarvandaan de economische paradox, dat het machtigste middel tot verkorting van den arbeidstijd, in het on-feilbaarste middel omslaat, alle levenstijd van den arbeider en zijne familie in disponibele arbeidstijd voor de waardevorming van het kapitaal om te doen zetten.” . . .
Hoe meer het machinewezen en met hem, eene bijzondere klasse van ervaren machinearbeiders zich ontwikkelen, zooveel te meer neemt dus een nieuwe oorzaak daarvan, namelijk:
de intensiviteit van den arbeid
toe. „Op dien grondslag (van den normaalarbeidsdag) ontwikkelt zich een verschijnsel ... tot een beslissende belangrijkheid — namelijk de intensifikatie van den arbeid” . . .
„Het is vanzelfsprekend, dat met de vooruitgang van het machinewezen en de opgehoopte ervaring eener bijzondere klasse van machinearbeiders, de snelheid en daarmede de intensiviteit van den arbeid, langs natuurlijken weg toenemen. Zoo gaat in Engeland sedert eene halve eeuw de verlenging van den arbeidsdag hand in hand met de groeiende intensiviteit van de fabrieksarbeid.” .... „Zoodra het gestadig zwellende verzet van de arbeidersklasse, den Staat dwong, de arbeidstijd gewelddadig te verkorten en in de eerste plaats voor de eigenlijke fabriek een normalen arbeidsdag voor te schrijven, van het oogenblik af aan dus, waarin verhoogde produktiviteit van méérwaarde door verlenging van den arbeidsdag buitengesloten was, wierp zich het kapitaal, met volle macht en bewustzijn op de produktie van relatieve méérwaarde, door bespoedigde ontwikkeling.van het machinesysteem. Gelijktijdig trad daarmede eene verandering in het karakter van de relatieve méérwaarde in het leven.”
De vraag doet zich alsnu voor, hóe de arbeid geïntensiviceerd wordt. „Zoodra de verkorting van den arbeidsdag, welke in de eerste plaats de subjektieve voorwaarde voor de condensatie van den arbeid schept, namelijk de geschiktheid van den arbeider meer kracht in een bepaalden tijd vlottend te maken, wettelijk-dwin-gend werd, werd de machine in den hand van het kapitaal tot