— 234 —
en kinderarbeid, breekt de machinerie eindelijk den tegenstand welke de mannelijke arbeiders in de Manufaktuur, aan de despotie van het kapitaal nog konden blijven bieden.”
De machine, zoo zegt Marx verder in dit dertiende hoofdstuk, voert tot:
Verlenging van den arbeidsdag.
„Zooals de machinerie het machtigste middel is, om de produkti-viteit van den arbeid te doen stijgen, d. w. z. de tot voortbrenging eener waar noodwendige hoeveelheid arbeidstijd te verkorten, zoo wordt zij als draagster van kapitaal, reeds dadelijk in de, onmiddellijk door haar aangegrepen industrieën, tot het machtigste middel om den arbeidsdag, boven elke natuurlijke beperking uit, te doen verlengen. Zij verschaft aan den eenen kant, nieuwe voorwaarden die het kapitaal geschikt maken, deze zijne gestadige tendenz den vrijen teugel te laten vieren, aan den anderen kant echter nieuwe motieven, tot het wettigen van zijn geeuwhonger naar vreemden arbeid.
In de eerste plaats maakten, in de machinerie, de beweging en de aktiviteit van de arbeidsmiddelen zich zelfstandig, tegenover den arbeider. Zij wordt aan- en op zichzelf, een industrieel perpetiüm mobile, dat ononderbroken voort zou moeten produ-ceeren, als zij daarbij niet stuitte op zekere natuurlijke grenzen in hare menschelijke bedienden: hunne lichaamszwakte en hunne eigenzinnigheid. Als kapitaal, — en als zoodanig bezit de automaat in handen van den kapitalist bewustzijn en wil, — is het daarom met de tendenz behept, de weerstrevende, maar elastische men-schelijk-natuurlijke grenzen tot een minimum van weerstand terug te dringen. Dezen worden buitendien nog verminderd, door de schijnbare gemakkelijkheid van den arbeid aan de machine en het meer voeg- en buigzame element, dat den vrouwen- en kinderarbeid oplevert.”____
„De machine produceert relatieve méérwaarde; niet alleen doordien zij de arbeidskracht direkt in waarde doet dalen en deze, indirekt, door billijkermaking van de in hare reproduktie op te nemen waren, goedkooper maakt, maar ook, doordien zij bij hare eerste sporadische invoering, de door de machine-bezitter verwerkten arbeid, omzet in gepotenzeerde arbeid; de maatschappelijke waarde van het machineprodukt, boven zijne individueele waarde uit verhoogt en den kapitalist aldus in staat stelt, met een geringer waardedeel van het dagelijksch produkt. de dagwaarde van de arbeidskracht te vervangen. Gedurende de overgangsperioden, die waarin het machinebedrijf een soort monopolie