— 230 —
eigend. Dit objektieve principe van de verdeeling van den arbeid, valt bij de machinale produktie geheel weg. Het totaalproces wordt hier objektief, aan- en op zichzelf beschouwd, in zijne constitueerende phazen geanalyseerd; en het problema van elk deelproces ten uitvoer te brengen en de verschillende deelprocessen te verbinden, door technische toepassing van de mechaniek, de chemie enz. opgelost, — waarbij natuurlijk voor en na de theoretische conceptie, door opgehoopte praktische ervaring op groote schaal, volkomener moet worden gemaakt.... „De gecombineerde arbeidsmaehine, nu tot een geledend systeem van verschillenderlei op-zich-zelf staande arbeidsmachines en van groepen derzelven geworden, is des te volkomener, hoe voort-durender haai' totaal-proces is. D. w. z. met hoe minder onderbreking het ruwmateriaal van zijne eerste phaze tot zijn laatste overgaat, hoe meer dus, in plaats van de menschelijke hand, van het mechanisme zelf, van de eene produktiephaze in de andere wordt vereischt. Wanneer in de Manufaktuur het isolement van het bijzondere proces, een principe is dat uit de verdeeling van den arbeid als van-zelf voortspruit, in de ontwikkelde fabriek daarentegen, heerscht de continuïteit van het bijzondere proces.” ...
...................1 ' ’ '
„In het geledend sijsteem van arbeidsmachines, die hunne beweging door middel van de transmissie-machinerie, van een cen-tralen automaat ontvangen, bezit het machinebedrijf zijne ontwikkeldste gestalte. In de plaats van eene enkele machine, treedt hier een mechanisch monster, welker lijf gansche fabrieksgebouwen vervult en welker demonische kracht, eerst verborgen door de bijna plechtstatige, afgemeten beweging van zijne reusachtige ledematen, in een koortsachtig dollen maalstroom zijner tallooze, eigenaardige arbeidsorganen, uitbreekt.” ....
Marx schetst hierna, de gevolgen, die de intrede van die ma-chineproduktie in de industrie teweeg bracht.
„De omwenteling van de produktiewijze in de eene spheer van de industrie, bepaalde hare omwenteling in eene andere. Dit gold in de eerste plaats voor zulke takken van industrie, welke wel-is-waar door de maatschappelijke verdeeling van den arbeid ge-isoleerd waren — zoodat elk derzelve eene zelfstandige waar produceerde, — maar die toch weder, als phazen van een totaalproces, door elkander hepen. Zoo werd door de machinale spinnerij, de machinale weverij noodzakelijk, en beiden te zamen, deden de mechanisch-chemische revolutie in de bleekerij, drukkerij en verwerij ontstaan. Zoo riep aan den anderen kant, de revolutie van de katoenspinnerij de uitvinding van het gin, tot afschei-