216
realiseerde warenprijzen voor. Afgezien van den ruil van het goud met waren, aan zijne produktiebron, is het goud in de handen van elk warenbezitter, de blootgelegde gestalte van de van hem vervreemde Waar, het produkt van den verkoop of van de eerste waren-metamoiphose: W—G. Ideaal geld of waardemeter werd het goud, omdat alle waren hunne waarde in hem maten en het, aldus tot het handtastelijke tegendeel van hunne gebruiksgestalte, tot hunne waardegestalte maakten. Beël geld werd het, doordien de waren, door hunne alzijdige vervreemding, het tot aan hem werkelijk vreemde of veranderde gebruiksgestalte en daardoor tot hunne werkelijke waardegestalte maakten. In hare waardegestalte stroopt de Waar, elk spoor van haar oorspronkelijke gebruikswaarde en van de in ’t bijzonder nuttigen arbeid, waaraan zij haren oorsprong te danken heeft, af, om zich in de gelijkvormige maatschappelijke stoffelijkheid van niet te onderscheiden men-schelijken arbeid, weder te ontpoppen.
Men kan het ’t Geld daarom niet aanzien, van welk slag de in hem veranderde Waar is. De eene Waar ziet in haren geldvorm precies zoo uit als de andere. Geld mag slijk zijn, hoewel slijk nog geen geld is. Wij nemen aan, dat de twee geldwolven waaraan de linnenwever bijv., zijne waar vervreemdt, de veranderde gestalten zijn van een mud tarwe. De verkoop van het linnen: W—G, is tegelijk haren koop: G—W.
Maar als verkoop van linnen, vangt dit proces met eene beweging aan, welke in haar tegendeel eindigt, met den koop van een bijbel bijv.; als koop van het linnen, eindigt het met eene beweging die met haar tegendeel aanving, met den verkoop van de tarwe bijv. W—G (linnen-geld) deze eerste phaze van W—G—W (linnen-geld-bijbel), is tegelijk G—W (geld-linnen), de laatste phaze van eene andere beweging: W—G—W (tarwe-geld-linnen). De eerste metamorphose eener Waar, hare verandering uit den warenvorm in geld, is steeds tegelijk de tweede, haar tegenovergestelde metamorphose der andere waar; hare terugontwikkeling van uit den geldvorm in den warenvorm.
G—W. Tweede of slot-methamorphose der waar: koop. Dewijl het de vervreemde gestalte is, van alle andere waren of het produkt hunner algemeene ontvreemding, is geld, de absoluut vervreemde Waar. Het leest alle prijzen achterwaarts en spiegelt zich aldus, in alle warenlichamen terug, als de opofferende materie zijner eigene warenwording. Tegelijk toonen de prijzen, de lonkjesoogen waarmede hem de waren wenken, hem ook de grenzen zijner veranderingsgeschiktheid, namelijk die van zijn eigen kwantiteit. Daar de Waar in hare geldwording ondergaat, ziet