X
opgedragen aan Olivier Cromwell,” zoo ook „aan alle engelschen, die mijne broeders zijn, hetzij tot het Kerkverband behooren of niet, en over hunne hoofden heen, aan alle naties ter wereld.” In dit boek ligt een gansch communistisch stelsel uitgebeeld. Op het „koopen en verkoopen”, worden daarin de hoogste straffen gesteld; niemand mag „arbeid huren of zijnen arbeid verhuren”, en wie land- of de vruchten daarvan verkocht, was des doods schuldig. Goud en zilver mag niet in munt worden omgezet, alleen tot huisraad mag het worden versmolten.
Ook ontstonden in Engeland in de 17e eeuw de „Staatsromans,” d. w. z. die litteratuur, waarin in romanvorm het plan eener staatsinrichting werd neêrgelegd. Zoo de „Leviathan” door den staatsrechtsleeraar Thomas Hobbes in 1651 geschreven, ent den daarna in 1656 verschenen „Oceana” van James Harrington. De eerste was een utopie van den absolutistischen Staat, waarin voor alle standen en geledingen der samenleving is gezorgd; de andere kan als zijnen onmiddelijken tegenhanger gelden.
Kommunistische tendenzen zaten er ook in sterke mate, in de, in de zeventiende eeuw opgekomen sekte der „Kwakers”, waarvan John Bellers (geb. 1654) als de voornaamste en meest practische kan worden beschouwd.
Zoo ontstonden ook in de zeventiende en achtiende eeuw in Frankrijk, de utopische staatsromans, in den vorm van reisbeschrijvingen. Zij heetten o.a.: „La terre australe connue”, waarvan Pierre Bayle een zekeren Gabriel Toigni als auteur noemt, voorts het boëk: „De Reizen en Avonturen van Jeacques Massê”; het boek van de Fontenelle: „de Republiek der philosophen of de geschiedenis der Ajaoïer”; Restif’s boek: „La decouverte australe ou lettres d’un singe”; het boek van den abt Fénélon: „Tele-mach” ; Ramsay’s; „Les Voyages de Pyrus” en Pechméja’s boek: „Télèphe”.
Hier moet ook nog worden melding gemaakt van den arbeid van Jean Meslier, gemeenlijk het „Testatement van Jean Meslier” genoemd, dat in 1762 door Voltaire aan het publiek bekend werd en. eene diepgaande critiek van den schrijver, — een armen en verdrukten dorpspastoor die bij zijn leven niet spreken dorst, — bevatte, zoowel op den godsdienst, als op de geheele inrichting der maatschappij. Dit „Testament” welks inhoud eerst later geheel bekend werd, daar Voltaire het slechts in zooverre gaf als het dienst kon doen voor zijne propaganda tegen de kerk, geeft de communistische gedachten weer over een gemeenschap, gelijk de schrijver zich die gedacht heeft.
„Ik wilde”, roept Meslier uit aan het slot ervan „dat mijn stem