— 195 —
klassen en klassetegenstellingen treedt dan eene associatie, waarin de vrije ontwikkeling van een ieder, de voorwaarde voor de vrije omwikkeling van allen is.”
Het „Manifest” behandelt in zijn derde gedeelte achtereenvolgens, de vormen van socialisme, gelijk men die in de dagen vóór 1848 in West-Europa aantrof: 1". Het Reaktionaire socialisme, waaronder a. „feudale socialisme” b. het „klein burgerlijk socialisme” en c. het „duitsche” of het „ware” socialisme” gerekend werden. Dan 2®. het „Conservatieve of het bourgeois-soeialisme” en ten 3®. het „Critisch-utopistische socialisme”.
In het vierde gedeelte stelt het „Manifest” de positie in het licht, die de Communisten tegenover de verschillende oppostio-neele partijen innemen.
„De communisten”, zegt het „strijden voor de bereiking van de onmiddelijk voor de hand liggende doeleinden en belangen der arbeidersklasse, maar zij vertegenwoordigen in de tegenwoordige
beweging de toekomst dier beweging”----„Zij laten geen oogen-
blik verloren gaan om bij den arbeider een zoo mogelijk klaar bewustzijn, over de vijandige tegenstelling tusschen bourgeoisie en proletariaat te voorschijn te roepen”----„In een woord de com
munisten ondersteunen over&l elke revolutionaire beweging, tegen de bestaande maatschappelijke en de politieke toestanden gericht.
In alle deze bewegingen verheffen zij de eigendomskwestie, welke meer of minder ontwikkelde vorm deze ook mag hebben aangenomen, tot de principieele kwestie van de beweging.
De communisten arbeiden voorts overal aan de verbinding en de verstandhouding der demokratische partijen van alle landen”.
„De communisten versmaden het hunne inzichten en doeleinden te bemantelen. Zij verklaren het ronduit, dat hun doel alleen kan worden bereikt door de gewelddadige omverwerping van de tot nu toe bestaande maatschappelijke orde. Mogen de heerschende klassen, sidderen voor eene communistische revolutie! De proletariërs hebben niets te verliezen dan hunne ketenen! Zij hebben daarentegen een wereld te winnen!
„Proletariërs aller landen vereenigt U!”
Aldus eindigt dit klassieke dokument van het wetenschappelijke socialisme. Yan af zijnen tijd dagteekent de eigenlijke sociaal-demokratie.
Wij moeten verder Marx’ kleineren arbeid, na hem vluchtig te hebben aangestip laten rusten, om ons met zijn hoofdwerk de „Critiek