Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



181

strijd op den voorgrond te stellen, terwijl Engels in Puttman’s „Burgerbuch” met nadruk, zoowel Wilhelm Weitling, als ook Fourier ten sterkste verdedigde tegen hunne aanvallen.

Marx en Engels wisten zéér goed, dat zij daarmede zoowel naar den eenen als naar den anderen kant, een deel van hunne medestanders van zich zouden afstooten. Maar met zich-zelf in ’t reine zijn, hun standpunt naar beide zijden scherp te kunnen afbakenen, dat was hun eerste en gewichtigste doel naar zij meenden.

„Zonder partijen geen ontwikkeling, zonder scheiding geen vooruitgang”, had Marx reeds in 1842 geschreven. En hij meende dat men bij het innemen van zijn eigen wetenschappelijk standpunt, vóór alles zuiver moest staan.

Intusschen stonden Marx en Engels met de politieke vluchtelingen in London, de sociaal-demokraten uit de „Chartistenbe-weging” in Engeland en voor een deel ook met de fransche sociaal-demokraten, in eene nauwe betrekking. Nu bestond er in Londen zoowel als in Parijs een „Bond der Rechtvaardigen”, waartoe Engels noch Marx ooit wenschten toe te treden. Hij was de stichting van Karei Schapper en Heinrich Bauer, schrijvers, van Josef Moll, een horlogomaker, van den miniatuurschilder Karl Pfftnder en van den kleêrmaker Eccarius. Een crisis in die organisatie ontstaan, deed Marx, Engels en Wilhelm Wolff besluiten, zich bij de afge-scheidenen te voegen en met hen den „Bond der Communisten” op te richten. Als de eerste daad van dezen Bond naar buiten is het, in ’t najaar van 1847 ontworpen en in Februarij 1848 in het publiek verschenen

„Communistisch Manifest”

te beschouwen, dat de klassieke uiteenzetting bevat van alle resultaten welke Marx en Engels uit hunnen praktischen strijd en hunne theoretische studiën hadden vermogen te trekken.

In dit „Communistisch Manifest” wordt in enkele groote trekken de economisch-sociale geschiedsdeduktie van de tijden der lijfeigenschap in de middeneeuwen, tot aan onze huidige klassenen eigendomstegenstellingen doorgevoerd en komt het inzicht erin tot uiting, en wordt er voor ’t eerst in het bijzonder in aangetoond, dat ook de tegenwoordige vorm van de samenleving tot den ondergang is bestemd; terwijl alles wat de bourgeoisie in het werk stelt en in het werk stellen moet, slechts de arbeid harer eigene ondergang is. Naar de stelling van Hegel die eenmaal luidde: „dat in de wereldgeschiedenis door de handelingen der menschen, nog in het algemeen, iets anders te voorschijn komt als zij bedoelen en bereiken, als zij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.