Karl Marx en zijne voorgangers

Titel
Karl Marx en zijne voorgangers

Jaar
1902

Overig
Serie: De groote denkers der eeuwen ......

Pagina's
300



104

In de 18de eeuw ontdekte Hartley, een materialistisch denker, het menschelijk denken en gevoelen door hersenbewegingen, verklaarde dit laatste dus op materialistische wijze. Maar dezelfde wijsgeer trachtte de zekerheid van de wonderen uit den Bijbel, eveneens aan te toonen, op theologische wijze.

Toenmaals gold voor den ongeloovigen denker, iemand die juist geen materialist was, namelijk de philosoof David Hume, die wel-is-waar elk kerkgeloof verwierp, maar evenzoo ook het Materialisme, doordien hij aan de menschelijke zinnen, eene uitputtende kennis van de wereld bestreed.

Zooals Locke het fransche Materialisme, zoo deed Hume het duitsche Idealisme geboren worden. Was de eerste, de erkende voorlooper van Diderot, d’Alembert enz., de laatste was die van Kant. Op het vasteland van Europa, had zich in de wijsbegeerte van de 17de eeuw, doordien mannen als Descartes, Spinoza en Leibnitz meest beduidende mathematici en physici waren, de Idealistische en de Materialistische wereldbeschouwing tamelijk wel, in evenwicht gehouden. In den aanvang van de 18de eeuw evenwel, ontwikkelde zich het fransche Materialisme, als zelfstandige verschijning. Het splitste zich in twee richtingen, die zich wel-is-waar menigmaal kruisten, maar toch in wezenlijkheid van elkander verschilden. De eene van deze richtingen, ging van Descartes uit en beperkte zich meer of minder, tot de zuivere natuurwetenschappen. De andere, nam de door Locke gesponnen draden weder op. Zij was aanvankelijk eene aristocratische leer, maar allengs erkende de, naar de macht strevende burgerklasse, dat het haar een machtig wapen kon zijn, in haren strijd tegen koningschap, adel en geestelijkheid.

Het fransche Materialisme van de 18de eeuw, verhelderde met alleen de hoofden ten opzichte der godsdienst, maar het greep diep in het politieke en sociale leven van het Frankrijk dier dagen in.

Helvetius, de eigenlijke grondlegger van het fransche Materialisme, verklaarde in zijn boek „De 1’Homme” (Over den mensch”) dat de grondslagen der moraal waren: de zinnelijke eigenschappen en de eigenliefde, het genot en het welbegrepen persoonlijk belang. Hoofd-gezichtspunten van zijn systeem waren: de natuurlijke gelijkheid van de menschelijke intelligenties, de éénheid tusschen de vooruitgang van de rede en de vooruitgang van de industrie; de natuurlijke goedheid van de menschen en de macht van de opvoeding.

Het fransche Materialisme vond zijn toppunt in de beroemde „Encyclopedie”; zooals het zijn politieke omzetting vond in de verklaring van de beroemde „R e c h t e n van d e n M en s c li”.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.