Het bedrog
Ons leven laat tel na tel een klein geleefd ogenblik los en niemand weet waarheen het zinkt of stijgt. Maar soms duikt na jaren zo’n levensfragmentje weer op uit diepe vergetelheden zoals een welletje plotseling lichte waterbellen blaast naar een vijvervlak. Of het daalt in onverwiste vorm en kleur tussen ons oog en de dagelijkse dingen. Dan wil het nog eenmaal geleefd worden. Men moet zo’n klein teruggekeerd ogenblik niet lomp wegduwen, vooral niet als het hinderlijk is. Het is gekomen omdat het nog niet rustig kon af sterven tot tijd, het wil nog iets zeggen, en wie niet luistert, zal zich later schuldig voelen als de haastige moeder, die zichzelf en haar lieve lastige kleuter de laatste nachtzoen heeft ontzegd.
Gisteren had ik een manuscript voltooid en ik was niet ontevreden. Het was niet al te slecht en ik verwachtte dat men het goed zou vinden. Het zou zeker zijn prijs maken op de litteraire markt.
Toen ik opstond van de schrijftafel voelde ik duidelijk een half centje tussen duim en wijsvinger, hetzelfde halve centje, dat ik eens als schoolkind had weggegeven aan een blinde bedelaar. Ik joeg de rare kleine herinnering weg zoals men naar een vlieg slaat en ging eten. Maar vanmorgen toen ik mijn werkplaats binnenkwam, keken de meubels me zo zeldzaam vijandig aan, dat ik opeens hevig verlangde naar een zonnig windvrij plekje tussen dennetjes en heikuilen, waarin ik me kon verstoppen voor het werk. Want ik zag duidelijk dat hier iets mis was. Het maakt groot verschil of ik word opgewacht door een bureaustoel die zich prettig opendoet en
66