niet toe doet.
De trouwe vijanden keken elkaar nogmaals aan. Toen snoot de ene zijn neus in een grote witte zakdoek. Beneden op het plein snoot ook iemand zijn neus, alsof het was af gesproken. En daarna weken de beide vijanden beleefd achteruit tussen andere hoogwaardigheidsbekleders.
De dictator sprak. In korte volzinnen, afgemeten, dictatoriaal. Hij keerde zich om naar het standbeeld van zichzelf, salueerde en stond zich een ogenblik te bekijken.
In deze stilte vielen drie schoten en de dictator gleed voorover op zijn buik. Toen men hem omkeerde, had de kleine vage glimlach, die men nu en dan met verwondering door zijn ogen had zien vlieten, zich vastgezet om zijn lippen.
57