Conciergerie
Ma belle Charlotte. Er is een wonder geschied. Een van mijn ci-devant opgezetenen, die had vernomen waar ik was, heeft me drie (gestrikte) konijnen gebracht. Blijkbaar was hij te oud en te dom om te begrijpen, dat hij een halsmisdaad beging. Nu zit hij ergens achter slot, maar mijn cipier, een rechtgeaard Jacobijn, die mij binnenkort welgemoed de hemdkraag zal afsnijden benevens al wat verder de guillotine bot zou kunnen maken, voelde zich als hoogstaand burger te goed om zich te vergrijpen aan het mij gezondene. Merkwaardig, dat die knapen alle privileges verwerpen, behalve dat van de eigendom. Enfin, dat komt misschien later nog. Voorlopig heeft hij mijn arme Jacquot gearresteerd wegens in-civisme, onder beschuldiging dat hij cweder herendiensten en tienden trachtte in te voeren.5 Hij was wonder in zijn schik met de mooie formule, die hij enige malen heeft herhaald ten behoeve van onze vriend de Vautour-Tombelles, de gewezen rechter van Nantes. Toen ik hem als tegenprestatie de konijnenvellen aanbood, herinnerde hij zich echter plotseling dat hij een onomkoopbaar cipier van de Revolutie was en verwijderde zich fier.
Hoe het zij, het wonder is geschied, vanmiddag eten we gebraad. De hele kamer zit rondom mij en de gevilde konijnen en bespreekt recepten. Monsieur de Guynes heeft ergens een reep spek opgeduikeld en de Abbé Mortuis een komfoor. Het enige wat aan ons tijdelijk geluk ontbreekt, is een stukje bruine koek en wat thym. Ach, adorable Charlotte, als je eens kans zag me die ingrediënten te bezorgen! Ik zou je even dankbaar zijn
21