Henri van de overkant

Titel
Henri van de overkant

Jaar
1936

Druk
1963

Overig
5ed 1963

Pagina's
255



maar ze keken erg vriendelijk. De tramkoetsiers die met rode gezichten stonden te klepelen aan hun bel en de schippersknechts die met kromme ruggen manden brandstof sleepten uit turfschepen. En de diamantslijpers met hun zware schijven onder de arm; wel hadden die bleke gezichten onder zwarte vegen, men werd verdrietig als men daarnaar keek. Maar daarom moest men dan juist van ze houden. O, hij hield eigenlijk van alle mensen, het was heerlijk om op straat te lopen en de mensen te zien.

Maar deze woensdagmiddag was hij niet erg verlangend naar de stad en de mensen, want hij moest eerst naar de tandarts en dat bedierf al het andere. Zijn nieuwe tanden groeiden een beetje door elkaar en juffrouw Augusta zei dat men niet te vroeg kon beginnen om een gebit te verzorgen. Henri was natuurlijk bang voor de tandarts want Stina had hem eens laten zien hoe een van haar kiezen was getrokken, - ze had toen een rood bloedend gaatje in haar mond en dat had de tandarts gedaan. Maar juffrouw Augusta zei, dat de tandarts niets anders deed dan wat goed voor de tanden was en dat men dus niet bang behoefde te wezen. Alleen had ze er niet bij gezegd wat men moest doen om zijn bangheid kwijt te raken, en daar ging het juist om, - hij vond bangzijn ook geen prettig gevoel, maar het was er nu eenmaal.

Hij stond dus naast juffrouw Augusta op de stoep en zijn voeten hadden geen zin om zich te gaan bewegen. Juffrouw Augusta nam al netjes de plooien van haar grijswollen sleeprok in haar linkerhand en zou juist de stoep afdalen toen opeens een vreemd, verward rumoer aanrolde van de Damzijde. Het klonk als het gegrom uit de roofdierengalerij in Artis, wanneer in de verte de kar met de bonken voedervlees komt aanrijden. Henri luisterde verwonderd, hij keek naar juffrouw Augusta en toen zag hij dat ze door iets aan het schrikken was gemaakt, haar gezicht was helemaal wit. Natuurlijk schrikte hij toen ook, maar de angst duurde niet meer dan een ogenblik, hij was zichzelf en zijn angst en alles vergeten toen hij zag wat er gebeurde.

Later heeft Henri Godschalk nog vaak aan die middag gedacht, het was een van de prachtigste herinneringen uit zijn jeugd. De Hoogstraat was plotseling volgelopen met een zwarte mensenmassa die bij stromen uit de nauwe opening over de brug gulpte. Boven de hoofden vlogen rode lappen die klapperden in de wind en uit de open monden steeg een gedempt loeiend gebrul. Het was zeker geen lied dat die mensen zongen, het was geen marsmaat waarop de voeten gingen, het was alleen alsof ergens een sluis was weggeslagen en een donkere compacte stroom van mensenlijven zich nu dreunend een weg perste door de nauwe straat.

48

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.