Henri van de overkant

Titel
Henri van de overkant

Jaar
1936

Druk
1963

Overig
5ed 1963

Pagina's
255



‘daar moet je aan denken want die zijn niet kosjer. De limonade kan je drinken en een bonbon mag je ook nemen, maar van de gebakken en gekookte dingen moet je afblijven.’

Toen had zijn vader nog eens zijn wenkbrauwen opgetrokken en Henri wist al wat dat betekende: hij was het dan niet eens met zichzelf of met juffrouw Augusta en wilde liever niets zeggen.

Maar Henri nam zich voor om alleen limonade en bonbons te nemen, want als juffrouw Augusta later ging vragen en hij had niet gedaan wat ze had gezegd, zou ze er zeker een paar dagen over lopen pruttelen. Zelf wist hij ook niet wat er zou gebeuren als hij iets at dat treife was, hij had het nog nooit gedaan en het zou best kunnen wezen dat men er misselijk van werd.

Het feestje viel niet mee. Hij had zijn nieuw zwartfluwelen pakje aan en dat had hij wel erg mooi gevonden maar het prikte in zijn hals met een kanten kraagje. Ook zat het erg warm. En het was al warm genoeg in de kamers, omdat mevrouw Borell de gordijnen had dichtgetrokken en er op de grote kristallen kroon wel dertig kaarsen brandden.

Dat was heel prachtig, nog honderdmaal prachtiger dan de zilveren sabbatkandelaar thuis, maar het was vreselijk warm. Al de jongens hadden rode gezichten. Ze maakten ook meer lawaai dan op school. Het kwam door de mirlitons en omdat ze zulke rare mutsen droegen waarom men lachen moest.

Henri had zijn muts in een hoekje gelegd want hij had zichzelf zien aankomen in een van de grote wandspiegels en toen was hij geschrokken omdat de hoge rode dragondermuts met de pluim zo gek stond boven zijn eigen gezicht. Maar de gouverneur van Felix Borell, die meehielp met de spelletjes, had gezegd dat hij de muts weer moest opzetten.

Die gouverneur was een lange jonge man met een glad roze gezicht. Hij koos de jongens die in de kring mochten staan of in de poppenkast van Felix. Hij sloeg Henri telkens over en die was eigenlijk blij. Als de dikke huisknecht met het presenteerblad hem ook over had willen slaan, zou dat nog beter zijn geweest. Nu moest hij telkens weigeren als hem een schaal werd voorgehouden en er waren zoveel schalen. Met koekjes en taartjes en croquetjes en later was er een blad met porties ijs. De huisknecht vroeg al of hij niet lekker was. Toen kwam mevrouw Borell zelf en wilde hem voor de grap iets in zijn mond steken, maar hij hield zijn tanden stijf op elkaar en draaide zijn hoofd weg. Hij dacht aan juffrouw Augusta, die haalde haar neus op voor treife dingen, maar tegen mevrouw Borell durfde hij natuurlijk niet zeggen dat haar lekkers treife was. Hij voelde wel dat zoiets heel onbeleefd zou zijn en hij was ook niet meer zo

44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.