Henri van de overkant

Titel
Henri van de overkant

Jaar
1936

Druk
1963

Overig
5ed 1963

Pagina's
255



eens verdrietig, iedere waterdroppel was toch een bloem geweest.

Toen Stina was weggegaan, tekende Henri ondanks de sabbat, met een fijn wit krijtje alle lijnen van hun wonderdadige verschijning op het behangselhoekje achter het gordijn. Hij deed zelf niets, zijn vingers met het krijtje wilden zich de bloemen herinneren.

Maar hij zuchtte toen ze er eindelijk allemaal stonden. Op de ramen waren ze zo heel anders mooi. Nu hoorden ze weer bij de gewone wereld, waarin zijn bed en de wastafel en juffrouw Augusta werkelijk bestonden en waarin nu ook het Spook zich had laten zien.

Gelukkig was Henri Godschalk geen gewoon bang jongetje, hij kon alleen maar bang worden als er reden voor was. Hij hoefde later nooit meer zo ijzig bang te zijn voor het spook, het liet zich nooit meer zien. Maar wel beleefde hij maandenlang nog telkens korte ogenblikken waarop een koude benige schrik tegen zijn hart tikte, hij noemde dat ‘het spookgevoel’. Het overviel hem gewoonlijk als hij alleen in een kamer was en nooit als hij prettig tekende, of luisterde en keek naar de mensen om zich heen. En mettertijd kwam het nog maar heel zelden, tot het eindelijk helemaal bleek weggebleven. Maar Henri kon toch nooit vergeten, dat het er eens was geweest. En hij kon ook nooit meer een soepbeentje afkluiven.

Diezelfde zaterdagmorgen bracht mijnheer Godschalk zijn oude oom Eli mee uit sjoel.

Juffrouw Augusta zette haastig een couvert bij. Ze schoof het bord over tafel, het visbestek rinkelde er al tegenaan. Het bezoek was haar zeer onaangenaam, want de oude heer was lang van stof en zij had een afspraak voor de namiddag. Daarbij was hij zo slecht van gezicht, dat ze geregeld een schoon tafelkleed moest geven zodra hij een keer had meegegeten.

Maar Henri had een wippertje op zijn tenen gemaakt toen hij voor het raam oom Eli had zien aankomen. Hij hield in de wereld het meest van oom Eli.

De oude heer was een broer van mijnheer Godschalks overleden vader, de jongste en laatst overgeblevene uit een reeks van negen broers en zusters. Hij was nu tweeënzeventig en werd verpleegd in een net oudeherentehuis, want hij had vorig jaar zijn vrouw verloren. Maar op de sabbat bezocht hij altijd een van zijn vele neven en nichten, op de sabbat verlangde hij naar een familie om zich heen en zijn eigen twee zoons woonden in Londen. Dus wandelde

35

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.