Henri van de overkant

Titel
Henri van de overkant

Jaar
1936

Druk
1963

Overig
5ed 1963

Pagina's
255



juffrouw Augusta die haar hand naar hem uitstrekte. Maar buiten zijn wil, bleef zijn hand halverwege steken op weg naar haar toe; hij stond opeens weer, net als straks, helemaal alleen zichzelf tussen twee grote mensen.

‘Ik kan mezelf wel uitkleden, juffrouw Augusta, ik ben al helemaal gewassen voor het eten, u kan net zo goed beneden blijven.

- Stina moet vanavond toch komen om het licht uit te maken.’

- Inderdaad - dacht juffrouw Augusta, - naar boven gaan om hem toe te dekken? daar heeft het kind het niet naar gemaakt. Stina moet toch naar boven. - ‘Ja Henri,’ zei juffrouw Augusta, ‘Ik heb eigenlijk ook niet veel zin om je in te stoppen, zo’n stoute jongen als jij moet maar door Stina naar bed worden gebracht.’

Henri stond al bij de deur, met een sprongetje was hij over de drempel. Juffrouw Augusta schudde het hoofd, toen schonk zij mijnheer Godschalk en zichzelf een kopje thee met bijlagen en verdiepte zich in ‘De Industrieel van Pont-Avesnes’.

In de keuken stond Henri tussen de stoelen van Sellie en Stina, ieder handje gegrepen tussen twee stevige werkhanden.

Het was een prettig gevoel om zo vriendelijk te staan tussen twee vriendelijke mensen. Sellie had dadelijk een grote pruimedant in zijn mond gestopt, dat was wel lastig want nu kom hij niet spreken en ook was hij nog een beetje misselijk van al het vrijdagavond-eten, maar toch vond hij Sellie heel aardig. Hij kauwde dus heel plichtmatig op de pruimedant hoewel hij eigenlijk iets had willen vragen.

‘Nu gaan we naar boven,’ zei Stina, ‘zal ik je op mijn rug nemen?’ Henri zat al met zijn armpjes om Stina’s krakend gesteven jurk geklemd. Stina rook naar stijfsel en groene zeep, en haar haar was vochtig opgekamd met haarwater, maar door alles heen rook Stina naar zichzelf, een vrolijk prettig luchtje, ze rook heel anders dan juffrouw Augusta, die muffe rokken had. Hij zat zo heel hoog boven op Stina’s rug en in de deuropening wuifde hij nog eens omlaag naar Sellie. De hele trap reed hij op als een koning te paard en eerst in zijn eigen kamer, op de grond, werd hij weer een gewoon jongetje. Stina knoopte zijn schoenen los en trok zijn kousen uit, toen hij zijn voeten bekeek, merkte hij dat er ook beentjes in zijn tenen zaten en meteen wist hij weer wat hij al de hele tijd had willen vragen.

‘Stina,’ vroeg hij, ‘waarom heeft een mens een geraamte?’

Hij hoopte op een goed antwoord, - als Stina hem naar bed bracht op de avonden dat juffrouw Augusta uitging, vroeg hij altijd een heleboel, want Stina zei nooit dat hij te klein was om iets te begrijpen, en ze hoefde ook niet te weten hoe hij aan een vraag kwam.

30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.