Henri van de overkant

Titel
Henri van de overkant

Jaar
1936

Druk
1963

Overig
5ed 1963

Pagina's
255



‘Dat is het gebeente in een mens zijn lichaam,’ zei juffrouw Augusta en trachtte het blad om te slaan maar Henri legde twee vlakke handjes bovenop de prent.

‘Zit er in mij ook gebeente?’ vroeg Henri.

‘Ja,’ zei juffrouw Augusta, ‘in ieder mens zit gebeente, voel maar aan je eigen vingers.’

‘Hoe kan dan het gebeente eruit komen zoals hier op de plaat?’ vroeg Henri en bekeek schuw maar nauwlettend de angstwekkend lelijke witte stokkenmens.

Onder een tweede vragende blik en een waarschuwend kuchje van juffrouw Augusta merkte mijnheer Godschalk dat iets van hem verwacht werd. Hij keek naar Henri en naar de klok en zei: ‘Ja juffrouw, het is Henri z’n tijd.’

‘Pa, pa!’ riep Henri eer de ogen van mijnheer Godschalk terug konden keren naar zijn boek, ‘hoe komt het gebeente buiten iemand z’n lijf?’ En hij tikte met een ongeduldig vingertje op de plaat.

Mijnheer Godschalk trok de Gartenlaube naar zich toe en Henri merkte dat hij, net als juffrouw Augusta zoeven, met een schokje terugschrikte. Dat was vreemd en wat benauwend want zijn vader hoefde haast nooit van iets te schrikken.

‘Waarom geeft u hem die platen?’ zei mijnheer Godschalk, ‘dat is toch niets voor een kind. - Doe het boek dicht Henri, die plaatjes zijn niet voor kinderen gemaakt.’

‘Jamaar, hoe kan mijn gebeente nu buiten mijn lijf komen?’ vroeg Henri en hield zijn vader een handje met vijf uitgespreide vingertjes voor. Nu hij de hand omhooghield tussen zichzelf en het gaslicht, zag hij heel duidelijk in iedere vinger een donkere streep, daaromheen was het vlees rood doorschijnend.

Mijnheer Godschalk keek onzeker naar het jongetje, hij legde hem anders wel graag iets uit maar zijn gedachten zaten nog vast aan de nieuwe Zola, en ook sprak hij in het algemeen liever niet over macabere onderwerpen als gebeenten en geraamten.

Dus fronste hij zijn wenkbrauwen en zei: ‘Je bent nog te klein om je dat uit te leggen, Henri, en je bent ook te stout geweest, ik kan vanavond niet gewoon met je praten. - Ga nu maar naar bed, het is je tijd.’

‘Zeg je pa dan meteen maar goedenacht,’ zei juffrouw Augusta, die des middags het vervolg van haar roman uit de leesbibliotheek had gehaald en zich verheugde op een avond van ontknopingen.

Het jongetje was al van zijn stoel geklommen. Hij hield een wangetje op naar zijn vader, ontving diens nachtzoen die, anders dan gewoonlijk, opzij van zijn wang terechtkwam, en ging toen naar

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.