voorraad, maar ik greep ze haar uit handen eer zij ze in de koets kon plaatsen.
Mijn gouverneur, in een driedubbele manteljas, zat al in den besten hoek. Ook hij was door mijn voogd opgeroepen en terecht onderstellend dat zijn dienstbetrekking ten einde liep, gedroeg hij zich aanmatigender dan ooit. Ik wenschte mijzelf geluk met het besluit dat mij den vorigen dag zoo plotseling was ingegeven en dat ik nu ten uitvoer zou brengen. Toen Jerôme met een lichte buiging naar het portier wees, schudde ik luchtig mijn hoofd en wees op den vos.
„Ik zal ditmaal niet met je meerijden. Ik reis liever te paard.”
Mijn gouverneur stak zijn beenen verder naar voren, doch Jerôme bleek verontrust en zichtbaar in zijn eer getast.
„Mij is opgedragen u persoonlijk te vergezellen, jonker. Ik ben voor u aansprakelijk op deze reis.”
„Je bent aansprakelijk voor mijn goede aankomst op Château d’ Auzun, dat is alles. Wanneer denk je er te zijn?”
„Met een dag of tien, jonker.”
„Dan ben ik er eerder. Mijn vos loopt tweemaal zoo vlug als die karrepaarden. Hoe staat het met het reisgeld?”
24