De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



de avondzon de grijze stammen tot goudbrons verwarmde, werd de wereld gedrenkt in een goedheid, die ik nimmer had ontmoet in men-schenoogen.

Nooit had ik vriend of minnares op het eiland of in mijn hut toegelaten, slechts de hoef van mijn vos stond geplant naast mijn voetstap, de ongeschaafde planken van mijn brits droegen slechts mijn eigen vingermerk. Als ik bij langer verblijf honger speurde, greep ik tusschen de beekkeien naar voorbijschietende forellen en braadde ze op steenen boven een bijeengesprokkeld vuur. Hier hing nergens herinnering aan verleden gebeurtenissen of noodzaak tot komende; altijd als ik mijn deur ontsloot, wist ik de ruimte ongerept wachtend op wat ik ditmaal brengen zou.

Zoo wachtte ook nu mijn eiland ingetogen den sprong van mijn voet in het dikke mos. Voelde het dat ik zwaarder en gemelijker dan anders zijn bodem drukte? Misschien, want uit haar klimop zag mijn hut mij goedmoedig aan, ongeveer als de oude Suzanne vroeger placht te doen wanneer ik haar hulp inriep voor een gescheurden kiel. Ik zuchtte verlicht en ontdeed den vos vooreerst van zijn bit. Toen bond ik hem aan een boom waarbij wat vroeg gras groeide en zette mij neer op de bank voor mijn hut.

16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.