De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



Zoo bestond dus in mijn afgedempt bewustzijn voor het oogenblik nog slechts de wensch om op dezen terugweg langs haar verblijf te rijden en haar te zien en te spreken. Ik wenschte zekerheid omtrent haar tegenwoordig bestaan. Was de ziekte verergerd, dan nog wilde ik haar stem hooren, haar wellicht troosten en bij staan, beter dan ik het dien vorigen keer had gedaan. Maar als zij, zooals ik na het gesprek met den overleden graaf durfde hopen, om onuitgesproken redenen in haar eenzaamheid was gestooten, dan zou ik hemel en aarde bewegen om haar vrij te maken. De graaf van Auzun was wel niet zulk een machtig heer als ik mij in mijn kinderjaren had voorgesteld, maar er zouden mij niet veel deuren gesloten blijven.

Ik keerde mij af van het uitzicht aan mijn voeten en verloor het kasteel zonder spijt uit mijn blik. Wel erkende ik de mogelijkheid dat ik er eenmaal tevreden met mijzelf en mijn lot zou willen zetelen, maar op dit moment bond mij geen enkele band aan mijn erfdeel. Hoe kon ik tevreden aannemen en genieten wat mij aldus in den schoot werd geworpen? Ik kende land noch menschen en nimmer zou ik de verteedering voelen, waarmede een zoon het werk van zijn vader voortzet omdat hij zijn vader ziet in het werk.

157

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.