De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



„Het behoefde niet gebiecht te worden,” zei hij rustig. „Ik ben onderhoorige van Auzun, de graaf van Auzun is mijn meester. Als hij mij een opdracht geeft, heb ik die uit te voeren. De schuld is voor hem, niet voor mij. Zoo is het altijd geweest.”

Ik bekeek hem oplettend. „Een bruikbare schelm” had mijn voogd gezegd, maar dit scheen een vergissing. Natuurlijk had de knecht zijn fooien en promoties aangenomen, maar slechts onder de sanctie van een diepwortelend geloof aan het meesterschap van zijn heer. Een eeuwenoud geloof, het geloof aan den meerdere, ouder dan eenig ander geloof.

Ik stapte weer over den drempel en Jeröme sloot achter mij. „Is dit alles?” vroeg ik.

„Er is meer,” zei Jeröme. „Maar dit is het eind van den doolhof. Hier begint de vluchtgang van het oude slot naar het plateau waarop later het kasteel is gebouwd. Het is een zware tocht, misschien kan Uwe Edelheid dien nog een dag uitstellen. Ik heb hier ook niet voor licht gezorgd.”

„Wij gaan verder,” besliste ik. „Haal een toorts.”

Hij kwam terug met een ruwe ijzeren stang en droeg de rossig walmende pekvlam voor mij uit. De gang liep merkbaar omhoog, telkens

128

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.