De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



„Ik heb op dit moment veel andere plichten,” zei ik. „Ik vraag u niet mij van mijn woord te ontslaan, ik vraag alleen een half jaar verlof.”

„U hebt veertien dagen,” besloot mijn chef. „Dat is voldoende om uw zaken af te wegen tegen de zaak des Konings.”

Denzelfden dag reed ik in gestrekten draf in de richting van Bourgondië. Achter mij slingerde de reiskaros, bespannen met zes postpaarden en in zijn kussens wist ik den slaplig-genden Jeróme hopeloos wagenziek. Maar ik had geen medelijden. Als hij mij wilde volgen, was dat zijn eigen verkiezing.

Vijf dagen later stond ik in het jachthuis van Auzun, maar nu behoefde ik mij niet te ver-kleeden in een fluweelen galarok. Ik gooide mijn uniformjas uit en liet Jeróme roepen.

Hij kwam en wachtte zonder woorden op mijn bevel, maar ik wist niet hoe dezen man te bevelen, mijn soldaten waren van ander maaksel. Hij was mij nog steeds een raadsel in zwart en wit.

„Wie ben je eigenlijk, Jeróme?” vroeg ik tenslotte.

„Een onderhoorige van Auzun, monsieur. Ik ben op het goed geboren en heb op het kas

ii4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.