De doolhof

Titel
De doolhof

Jaar
1940

Druk
1946

Overig
2ed 1946

Pagina's
222



mijn braven vos bereden, zeker had zijn warmte en stil begrip mij eindelijk zoover doordrongen, dat ik op een bepaald punt zonder rancune den terugweg had aanvaard. Maar dit gedresseerde vee kende slechts bevelen en signalen. Hij draafde als in een tredmolen en werd eerst onrustig toen in het dal de taptoe werd geblazen, daarna bracht hij mij ijlings in het garnizoen terug. Toen ik voor mijn logement afsteeg, teleurgesteld en gemelijk, verwonderde ik mij zelfs niet dat ik werd opgewacht door Jeróme. ,,Waar is de reiskoets?" vroeg ik sarcastisch. ,,In de stalling van het logement, Uwe Edelheid. Wij kunnen onmiddellijk vertrekken." Boven zijn dofzwarte rouwlivrei was zijn lange bleeke facie onbewogener dan ooit.

„Waarheen zouden wij moeten vertrekken?" vroeg ik.

„Uwe Edelheid wordt verwacht in Versailles. En in Auzun is veel dat wacht op Uwe Edelheid.” Ik onderzocht zijn trekken, maar zij gaven geen bescheid.

„Hoe wist je dat ik hier was?” vroeg ik.

„In Dijon wist men dat het leger terugkeerde.” „In wiens dienst ben je hier, Jeróme?”

„In de Uwe hoop ik, Uwe Edelheid.”

„Dat hoop ik niet. Ga zitten en wacht tot ik je roep.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.