De Jacht op de Vlinder

Titel
De Jacht op de Vlinder

Jaar
1932

Druk
1954

Overig
herdr 1954

Pagina's
42



terugboog toen hij overleunde om te rusten tegen haar rust. Onder de droomhemel leven veel onbegrijpelijkheden en zijn begrijpelijk.

Shen Ti Yü, aan de voeten van de Heerser, wist nog nu, na drieduizend dagen, dat de buigzame meisjesrug van Tuï begrijpelijk was geweest in zijn arm, voor immer begrijpelijk, en zo zeker het zijne als de schittering der kleurige vlindervleugels, die eenmaal, in zijn kindsheid, waren opgewiekt van een pruimen-bloesem naar zijn herinnering.

Doch in het naaste moment was de wereld weder verkeerd tot zichzelve door het kort bevel van de Hoge Ambtenaar, die plotseling stond achter de taxis-haag en met zijn beide helpers drie zwarte schaduwen wierp op het maanlichte pad.

Tuï had alleen gezucht als een kind, dat gewekt wordt, toen de vingers van haar vader sloten om haar pols. Maar Shen Ti Yü, in de greep van de twee helpers, had begrepen, dat een paar trillende vlinderwieken hem langs de lange weg naar de Glanzende Stad hadden gelokt, om te sterven in de Hof van de Heerser.

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.