De Jacht op de Vlinder

Titel
De Jacht op de Vlinder

Jaar
1932

Druk
1954

Overig
herdr 1954

Pagina's
42



Hoe was de Hof plotseling zo leeg en grauw en deed de adem stokken, als de aanblik ener uitgemoorde stad? Een kille mist zakte over Shen Ti Yü, hem overviel het besef, dat Tuï de maanlichte droom had vergeten, diep vergeten, alsojze nooit had gedroomd.

De Stem herhaalde: ‘Ik spreek vonnis!9 * Shen Ti Yü de koekenbakker is een schennend rover. In overmoed brak hij de heining, die de Verboden Tuinen afsluit voor het gemeen. Hij greep naar buit met haastige handen. Nu zal dit zijn straf zijn : Tot aan het eind van zijn dagen zal hij gebonden worden aan de buit, hij zal die dragen, zwoegen zal hij tot hij valt onder de last.

Gij, Shen Ti Yü, zie, de Aarde straft u met bezit. Ik laat u de buit, ik geef u de edele Tuï tot uwe echtgenote. Neem haar mee naar uw koekbakkerij of uw pottenbakkerswerkplaats, gij ontvangt Tuï tot uw daaglijks genot. Maar iedermaal als uw armen zich naar haar strekken, zult gij weten, dat ge een kromme pottenbakker zijt, en dat zij schoon is en van edele bloede. Ga nu, rover, ontvoer het geroofde

34

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.