Hoe was de Hof plotseling zo leeg en grauw en deed de adem stokken, als de aanblik ener uitgemoorde stad? Een kille mist zakte over Shen Ti Yü, hem overviel het besef, dat Tuï de maanlichte droom had vergeten, diep vergeten, alsojze nooit had gedroomd.
De Stem herhaalde: ‘Ik spreek vonnis!9 * Shen Ti Yü de koekenbakker is een schennend rover. In overmoed brak hij de heining, die de Verboden Tuinen afsluit voor het gemeen. Hij greep naar buit met haastige handen. Nu zal dit zijn straf zijn : Tot aan het eind van zijn dagen zal hij gebonden worden aan de buit, hij zal die dragen, zwoegen zal hij tot hij valt onder de last.
Gij, Shen Ti Yü, zie, de Aarde straft u met bezit. Ik laat u de buit, ik geef u de edele Tuï tot uwe echtgenote. Neem haar mee naar uw koekbakkerij of uw pottenbakkerswerkplaats, gij ontvangt Tuï tot uw daaglijks genot. Maar iedermaal als uw armen zich naar haar strekken, zult gij weten, dat ge een kromme pottenbakker zijt, en dat zij schoon is en van edele bloede. Ga nu, rover, ontvoer het geroofde
34