verwonderde zich, dat het laatste koord niet viel. Hij zag neer langs zijn naakte borst. Waar lag het koord, dat nog bond?
Shen Ti Yü voelde met haastige hand over zijn borst, hij voelde slechts holten en striemen. Hij greep langs zijn rug, zijn angstige vingers gleden langs gedeukt vlees. Hij vond geen koord, hij was geheel losgebonden. Maar nog steeds was zijn rug onmachtig zich te strekken. Toen begreep Shen Ti Yü, dat hij kromgegroeid was in de koorden. En hij kreunde, diep en smartelijk, hoewel hij geen pijn meer voelde.
Naakt, gestriemd, verbogen werd Shen Ti Yü gevoerd voor de troon van de Heerser. De Uitvoerder der vonnissen boog zich en vroeg : ‘ Wat is het kleed, dat de Zoon des Hemels thans bestemt voor Shen TiYü?’ (Geef hem een lendendoek', beval de Stem van de Troon. (Hij behoeft geen kleed om te lijden in zijn lichaam/
De helpers van de Uitvoerder der vonnissen droegen zeer bontbestikte kersrode en grasgroene overrokken.
25