De Jacht op de Vlinder

Titel
De Jacht op de Vlinder

Jaar
1932

Druk
1954

Overig
herdr 1954

Pagina's
42



vingers grepen in de klei, zag hij met heldere ogen de schoonheid verschijnen, die hij verwachtte.

Shen Ti Yü zag neer op zijn handen. Hij wachtte. Driehonderd dagen had hij gewerkt aan het werkstuk, dat hij naar de uitspraak moest leveren aan de Zoon des Hemels. Zijn handen hadden een vat gekneed, ze hadden het uitgewijd en afgerond op de draaischijf, ze hadden het beroerd met teruggehouden vingertoppen, opdat hoog en laag zich aandoénlijk zouden ontmoeten langs het welvend oppervlak. Ze hadden met Jijne penseelstreken de kleuren opgelegd, die de Goden tonen aan ziende ogen, ze hadden het vat geschoven in en uit de oven, en het gloeiend glazuur betast naar zijn hoedanigheid. Het werkstuk was gereed.

Maar de Hoge Ambtenaar der Vaten had zijn oud hoofd geschud, toen hij het werk van de leerling zag. Het was anders dan al het andere in de Zalen. Het was onbruikbaar voor de Dienst der Hoge Voorvaderen, onbruikbaar voor het offer aan Hemel en Aarde. Hiermede viel niet te plengen, viel niet op te dragen; de broze schaal kon geen inhoud dulden.

19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.