De Jacht op de Vlinder

Titel
De Jacht op de Vlinder

Jaar
1932

Druk
1954

Overig
herdr 1954

Pagina's
42



lichaam de straf geheel doorproeve als ik strafover drieduizend dagen. En wijl de gemene man de Wet van de Vorm slechts begrijpt in de holte van zijn handen, zal hij leren in de Zalen der Welgevormde Vaten, hij zal arbeiden met mijn Pottenbakkers, die de vaten vormen voor de eerbiedwaardige Dienst der Hoge Voorvaderen. Zijn handen zullen werken in de klei. Drieduizend dagen geef ik hem voor zijn werkstuk dat hij mij tonen zal. Daarna zal ik vonnis spreken over de rover Shen Ti Yü. De Ambtenaar der Maaltijden gelast ik tegenwoordig te zijn bij het vonnis, over drieduizend dagen

'De Mond des Hemels heeft gesproken V, riep de Ambtenaar, en strekte de handen tot dank.

‘De Mond heeft niet uitgesproken’, siste de Stem, snijdend als de wind over de Westelijke woestijn. ‘De Ambtenaar zal tegenwoordig zijn bij het vonnis en ook het dochtertje, ik gelast de Ambtenaar het dochtertje te bewaren gedurende drieduizend dagen. Hij mag haar niet uithuwelijken, wel zal hij zorg dragen, dat zij de danspassen kent en de wijze waarop de siernaalden worden geschikt in de haarlussen, ik

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.