match speelde en hij een official was, die niet gemist kon worden. Hij speelde ook wel eens linksbinnen, maar daarvoor kon een ander invallen, alleen als official had de club hem broodnoodig. Toch wist hij, dat moeder gelijk had toen ze hem meenam om te winkelen, want zijn schoolpak was werkelijk te klein en ook kon hij geen matrozenpak meer dragen op de H.B.S.
Nu liepen ze dus naar den kleermaker; die woonde in deze straat, achter een hoog smal raam met gouden letters en een gouden wapen. Moeder liep vlak naast hem omdat het druk was op het trottoir, het liep prettig naast moeder, ze stapte niet zoomaar voort als de andere menschen, ze zette haar eene voet voor de andere alsof haar voeten het prettig vonden elkander af te lossen. Moeder droeg lage schoenen met een zwartzijden strikje, moeder had damesvoeten, ze waren veel smaller dan de voeten die hijzelf bewoog in stevige rijglaarzen.
Hij stak een arm door moeders arm, hij was al haast even groot als zij, vader had toch gelijk, als men zoo groot werd, stond een matrozenpak te kinderachtig.
Over een paar maanden zou hij zeker even groot zijn als moeder. Maar vader was nog veel grooter. En ook heel veel breeder, vader was een groote man. Hij sprak met een zware stem en lachte hard, het kon vader niet schelen dat hij lawaai maakte.
Vader kon ook schreeuwen, hij had heel hard geschreeuwd tegen moeder toen ze de vioolles wilde doorzetten, omdat ze niet begreep, dat vioolles overbodig was. Vader had net zoolang geschreeuwd tot moeder opstond en den brief ging schrijven aan den
67