Daarna had hij opnieuw gevoeld dat zijn voeten een oud man droegen.
Nu was Zijne Hoogheid vertrokken. Lord Tyne had den prins uitgeleide gedaan tot diens auto en gezien hoe tegen de weldadig veerende kussens der limousine een versche glimlach den verbruikten verving. Nu ging het avondfeest beginnen. Uit de groote spiegelzaal bonsden reeds de rythmen van de jazz, in de hall dienden lakeien champagne en likeuren; witgedaste heeren grepen nonchalant maar dorstig de glazen weg van de breede zilveren bladen.
De Earl stond aan den voet van de halltrap toen de laatste slag van tienen natrilde boven de aanzwellende geluiden van het mondaine feest. Hij zag om zich heen en vond, dat hij zou kunnen heengaan zonder gemist te worden, zijn gasten zouden ook zonder hem wel hun feest vieren, ze zouden onfeilbaar op de tonen van de jazz worden voortgedreven naar het einde van den avond. Het bleek aantrekkelijker een oud man te zijn, die rust verlangt, dan te verblijven onder deze menschen. Hij wenkte een groet naar zijn neef en beklom de treden.
Op het eiken trapbordes boven de hall wachtte de bediende met den vijfarmigen zilveren kandelaar om den Earl voor te lichten naar diens vertrekken. Want alleen de ontvangzalen in den middenbouw van het kasteel waren sinds kort electrisch verlicht, de dikke eiken balklagen en de zware muren der zijvleugels die vestingmuren waren geweest, hadden den installateurs zoo ongekenden weerstand geboden, dat Lord Tyne, na dagenlang met stijgenden onwil het machteloos breken en boren te hebben aangezien, ten slotte had geboden
32