konden zich bewegen, zij behoorden thuis in een andere wereld. Maar nu, dezen middag, herkende hij aan zijn willooze vingers, die de pen hadden laten wegglijden, het overwonnen gebaar dat een middeleeuwsch houtsnijder voorzichtig en erbarmingsvol had vastgelegd om de uitgeleefde handen van Guy Frederiek Baron Harton,gestorven inl356 na een zwakzinnigen ouderdom.
Lord Tyne zag zijn eigen overwonnen hand voor zich liggen en hij verzette zich. Zijn linkerhand met den grooten smaragden zegelring hief zich omhoog en klemde zich tusschen de moede vingers der rechterhand, nu spanden zich zijn tien vingers tot de knoken kraakten. Zoo ineengeklonken lagen voor hem de beide handen van Georges Patrick Giles Viscount Llevelyan and Harton of Harton Castle, gesneuveld bij Bosworth in 1485, een paar moeilijk tot de rust geklemde vechters-handen, koppig in koper uitgestoken door den Gent-schen gildemeester, dien Myladye Joan Llevelyan haar opdracht had waardig gekeurd.
Maar op het voorplein toeterde een claxon, de bescheiden, beschaafde claxon van de auto, waarin de Deken van St. MichaeFs Hartondale zijn wekelijksch bezoek kwam brengen. De handen op de schrijftafel verloren hun spanning, er vloeide weer kleur in de blauwig-witte knokkels, toen lagen daar voor Lord Tyne zijn eigen, bekende handen met de spitsbelijnde nagels, handen van een gentleman, die de negentiende eeuw schokloos tot het einde hadden helpen dragen en zich in de twintigste nooit tot vuisten hadden gebald omdat een Earl of Tyne zijn emoties niet toont aan zichzelven of den voorbijganger.
20