Frederiek Howard, Earl of Tyne in the Peerage of England, Viscount Llevelyan, Baron Harton of Harton Castle, erfelijk Eerste Lord van de stallen van Z.M. den Koning en Lid van het Hoogerhuis zat voor zijn schrijftafel in de bibliotheek van Harton Castle en bekeek zijn hand, die vóór hem op het vloeiblad lag, alsof die hand een vreemd voorwerp was, daar neergelegd opdat hij er studie van zou maken.
Het mag zonderling lijken dat de Earl, wiens tachtigste verjaardag over twee dagen zou worden gevierd, nu voor het eerst zijn eigen hand tegenkwam, maar het gaat ons allen wel zoo met de dingen die nabij zijn. Lord Tyne kende zijn eigen hand nog niet en juist dezen middag wilde zijn hand gekend worden door hem. Er lag een oude hand die vijf vermoeide vingers losliet, de vingers rustten uit op het schrijftafelblad en weigerden zich te spannen om den penhouder op te nemen, die naast de hand lag. De Earl zag zijn ivoorgele hand, waarvan de huid in droge glimmende kreukjes om de knoken trok en ontdekte in haar met verwondering de wederga van alle tot rust gestrekte handen op de sar-cophagen zijner voorouders in de kerk te Hartondale.
Dit was een vreemde ontdekking omdat hij zijn eigen handen nog nooit had samengedacht met de vele gesneden, geciseleerde en gebeitelde handen van de lang-gestrekte figuren in de oude kerk. Zijn levende handen
19