leeggeruimd. En dan, opeens, houdt ze het niet langer uit, ze slaat het dekbed terug van haar magere, blauw-beaderde oudevrouwenbenen en zit op de rand van het ledikant.
Maar dat kan Johannes niet zo laten passeren, wat zouden zijn kinderen en de buren zeggen als die Mutter zich niet liet verrassen? ‘Mens,’ roept hij, ‘zul je dan geen rust krijgen eer je de kist in gaat?’ Met een greep van zijn nog stevige werkhanden trekt hij Resi terug in de kussens en dan, omdat zijn bruiloft verjaart en hij werkelijk nog altijd erg goede herinneringen aan die groene bruiloft heeft, trekt hij haar verder naar zich toe, drukt haar mager, grijs hoofd je in zijn oksel en zegt: ‘Stilliggen nu, jij druktemaakster.’ Ja, en zo iets heeft hij ook gezegd bij die groene bruiloft, ze moeten allebei glimlachen en Resi ligt wel tien minuten stil, haar klein vogelkopje vast aangedrukt tegen Hodl’s zo bekend ademende borst.
Doch dan slaat de pendule in de zitkamer halfzeven en daar zijn ook Maria en de kleine Resi al, geluidloos binnengelaten door de meesterknecht, maar die Mutter heeft nog altijd haar scherp gehoor. En nu is er geen houden meer aan, ze moet bij de preparatieven in haar woonkamer wezen. — Schragen en planken staan bij een schildersbaas voor ’t grijpen en dus is de hoefijzervormige tafel al opgezet, de meubels verdwijnen onder het groen en iemand heeft een gramofoon meegebracht. Resi ziet alles in een oogopslag wanneer ze haar hoofd om de deur steekt. Doch nu gaan er kreten op: ‘Niet binnenkomen’ - ja, maar wie zou een nog actieve huisvrouw en moeder van een honderdkoppig geslacht kunnen verhinderen iets te doen wat ze zich in het hoofd heeft gezet? Dus loopt Resi onverstoorbaar verder, haar eigen woonkamer binnen, en niemand durft het belet-14