De wonderbare genezing

Titel
De wonderbare genezing

Jaar
1929

Druk
1929

Overig
1ed 1929

Pagina's
144



Ik heb langs het rijtje kinderen tegenover me, gezocht naar een, die kon lijken op mezelf toen ik klein was. Maar ik heb er geen gevonden.

Aan mijn eene kant zat de schooljuffrouw. En aan den anderen kant zat een klein meisje, dat geen plantje bij zich had. Ze was heel zindelijk gekleed en had een klein snuitje. Ze keek maar naar de plantjes van de anderen.

Toen ik vroeg waar haar potje was, gaf ze geen antwoord en haalde haar schoudertjes op, maar ze wees met een uitgestoken wijsvinger naar een meisje in den hoek, die twee frissche balsemientjes droeg, van die echte, malsche donkergroene blaadjes en stijve rose bloempjes.

„Dat zijn mooie I” heeft ze gezegd.

Ik had toch een beetje medelijden. Misschien was haar plantje doodgegaan.

"Vanavond heb ik het gordijn voor mijn boekenkast klaar gekregen. Ik dacht, dat het mooi was, maar nu het hangt, valt het me niet mee. Terwijl ik eraan werkte, vond ik het patroon sierlijk en had ik plezier, dat blaadje na blaadje tusschen de bloemslingers kleur kreeg. En de zachte lila zij voor de bloemtrossen voelde prettig in mijn handen.

Maar nu het hangt voor dat rechte kastje is alles opeens heel anders. Het patroon toont ouderwetsch en dat bleeke lila is verlept.

Ik had het eerder kunnen zien, als ik er maar eens uit de verte naar had gekeken, maar ik was zoo blij eraan te kunnen werken, dat ik het nooit voor de kast








Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.