De wonderbare genezing

Titel
De wonderbare genezing

Jaar
1929

Druk
1929

Overig
1ed 1929

Pagina's
144



En niets verlangen. Rustig zijn.

'Vandaag is het de tweede stille dag.

Nu ga ik schrijven wat geschreven wil worden. Ik hang aan niets meer. Niet aan herinneringen. En niet aan verwachtingen. Ik ga alleen schrijven wat is. Liefste, liefste, liefste.

Je bent het laatste, het grootste, het eenige. Ik vraag niet, ik laat gaan, en alles vloeit naar jou. Al mijn gedachten en mijn woorden willen zich neerleggen in jou, in je oogen. Je oogen zijn de zee waarheen ik moet stroomen.

Er zijn alleen je oogen, waarin mijn woorden spiegelen als witte wolken in het meer, mijn gedachten trekken over je oogen als vliedende schaduwen over de zee. Je bent de zee en het meer en wilt alles wel aannemen van mij. Niets is te klein, alles mag gezegd worden. En alles trekt door je oogen.

Alleen niet het donkere. Dat kan ik niet zeggen, je oogen zouden lichtloos worden. Het donkere is van mij alleen. Het lichte is van mij voor jou.

'Weet je waarom ik op mijn knieën heb gelegen?Omdat de kamer plechtig werd om me heen.

Dit is de andere waarheid.

Ik schrijf maar wat woorden neer. Ik neurie maar mijn liedje, een kort liedje en dom. Ik speel maar wat met mijn woordevogels binnen de heining van mijn tuintje. Ze golven om me heen en buigen hun nekjes en pikken het zaad, dat ik strooi omdat ze mijn zingende woorden zijn.








44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.