De wonderbare genezing

Titel
De wonderbare genezing

Jaar
1929

Druk
1929

Overig
1ed 1929

Pagina's
144



boven- en benedenwoningen. Ik ben niet zeker meer.

Ik weet niets meer. Ik weet ook niet meer wie dokter Soerde is. Toen hij voor het eerst naast mijn bed stond, wist ik maar één ding: hij is goed. Precies goed zooals hij is. Met zijn oogen, die opengaan, omdat ik erin wil zien. Zoo dat alles rustig wordt.

Maar nu is het anders. Ik begrijp, dat ik niets van hem weet. Hij heeft een huis, hij is getrouwd. Van den heelen langen dag is hij een paar minuten bij mij.

Als ik hem aanzie, verwacht ik iets. Ik heb hem alles van mij verteld. En nu verwacht ik iets van hem. Dat hij me iets brengen zal van zichzelf. Iets zeggen zal wat ik noodig heb, iets geven waarnaar ik verlang. Maar dan kijkt hij weg.

Alsof hij niets van zich wil laten zien. Of bang is, dat ik te veel wil zien. Te veel in hem zoek.

Ik zou zoo graag alles van hem willen weten.

Ik geloof niet meer aan Kerstmis, ik geloofde er al niet meer aan op catechisatie. De teleurstelling was al veel eerder gekomen.

Er stonden te veel kribbetjes in de winkelramen. Voor één venster wel drie in verschillende prijzen, groote en kleine, het is nog heelemaal bij me hoe het was. Eerst zag ik alleen het middelste kribbetje, het kindje had een zoet gezichtje, ik had het kindje en de lieve zachte schaapjes zoo graag willen aanraken. Alleen het witte kindje en de stille beesten waren in het midden, later zag ik ook wel de groote menschen, die knielden en bogen.








38

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.