De wonderbare genezing

Titel
De wonderbare genezing

Jaar
1929

Druk
1929

Overig
1ed 1929

Pagina's
144



Misschien zou ik wel durven. Maar als hij hier is, denk ik niet aan den nacht.

Op mijn nachttafeltje liggen de twee groote sinaasappelen, die Pedertje voor me heeft meegegeven aan juffrouw de Groot. Ze zijn gaaf en glanzend oranje. Zoo gezond, ze overstemmen het sputumfleschje, dat ernaast staat.

Ik schrijf hierin niets over de ziekte, die tuberculose heet en die wij luchtigjes t.b.c. noemen. Niets over reacties en sputumonderzoek. Het gaat alles zijn voorgeschreven gang. Dokter Soerde kent zijn werk, ik hoef niet anders te doen, dan afwachten wat komt. Dat is heel gemakkelijk. Er kan niets bijzonders gebeuren, ik weet alles nog van Cor, tot aan het einde. Niets is gewichtig, het hoort alles bij elkaar, er kan niets komen, waarover ik behoef te denken. Er zijn twee mogelijkheden, ik kan beter worden en ik kan doodgaan. Maar ik hoef zelf niet te kiezen. Dat is heel rustig.

Dokter Soerde zag de sinaasappels. Toen vertelde ik hem van Pedertje.

Waarom heb ik nog nooit iets van Pedertje opgeschreven ?

Pedertje woont op de bovenvoorkamer. Het is de zolderkamer, maar Pedertje en juffrouw de Groot zeggen bovenvoorkamer. Dat klinkt beter omdat Pedertje de neef is van den gemeentesecretaris. Pedertje heeft eervolle relaties. Maar de relaties beleven geen eer aan Pedertje, hij is een beetje suffig. Maar toch wel heel netjes, hij is altijd geschuierd en in het zwart. Dat brengt zijn bedrijf zoo mee, hij leeft








29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.