De wonderbare genezing

Titel
De wonderbare genezing

Jaar
1929

Druk
1929

Overig
1ed 1929

Pagina's
144



het leven. Maar dat moet ze nu eenmaal verdragen. Dokter Soerde zegt, dat hij het meest houdt van den rector. Dat begrijp ik niet. Want hij is zelf veel meer dan de rector. Hij kan wel zijn eigen gemak opofferen. Of zou het geen opoffering zijn, als hij me zoo vaak zijn bezoek brengt? Soms denk ik van wel, dan deelt hij uit van zichzelf, zooals hij me een drankje zou geven. Dat is wanneer hij haast heeft.

Maar meestal is het anders, dan is hij alleen maar aanwezig, en dat doet goed.

De volgende week zal ik op mogen staan. En dan komt hij natuurlijk niet meer zoo vaak. Ik durf niet hopen, dat hij een vriend zou willen blijven.

Het is heel erg, dat ik moest gaan denken over vader. Want nu weet ik hoe het komt, dat ik onrustig word, als ik mijn oogen dichtdoe om te slapen, naast dien muur.

Dat is vader. Zoo moet hij hebben geleefd, toen hij was getrouwd met zijn zachte vrouw, die misschien ook een beetje saai was. Zoo aan den anderen kant van het leven, van het echte, bloedernstige leven.

Hij heeft de muur omvergetrapt. Maar ik kan niets omvertrappen. Want ik ben ook van moeder. En er is niets, waarheen ik zou durven wegloopen, zooals hij heeft gedaan.

Met mij kunnen geen romantische dingen gebeuren. Er is eenvoudig een echte muur van steen.

Maar die onwrikbare muur maakt me dol.

Het gaat zoo. Ik lig en wacht tot ik in slaap zal vallen. Want er is toch geen reden om niet te slapen,








26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.