De wonderbare genezing

Titel
De wonderbare genezing

Jaar
1929

Druk
1929

Overig
1ed 1929

Pagina's
144



ik verlangde rustig te worden, zooals laatst. Het was zoo heerlijk toen.

Maar nu viel het tegen. Alle blaren zijn door den storm afgewaaid, ze liggen al op hoopen geveegd. Zoo donker en nat, ze moeten bladaard worden.

Alleen de beuken houden nog wat loof vast. Maar dat gaat dood aan den boom en blijft er verstijfd in hangen, de blaadjes ritselen star en scherp als de wind erop blaast. En nu die mooie goudgele laag blaren van het gras is weggenomen liggen de gazons klaar voor den vochtigen winter.

Ik had zoo gehoopt te kunnen loopen als laatst, maar het ging niet. Ik moest den heelen tijd letten op de paden, want er stonden plassen. En ik had mijn beste schoenen aan, die nog niet gemakkelijk zitten, maar als ik ze niet ga dragen, zullen ze nooit gemakkelijk worden.

Nu heb ik vandaag dien vorigen Zondag bedorven.

Ik ben zoo vreeselijk moe. Ik kan niets meer.

Als ik voor de huisdeur sta en de trap zie, die naar boven gaat, is het alsof ik nu pas halfweg ben op mijn reis naar huis, en de trap is de zwaarste helft. Mijn voeten kunnen niet omhoog.

En als de kachel niet aan is, kan ik hem niet aanmaken, wanneer ik thuis kom.

Juffrouw de Groot rekende er al een beetje op, dat ik zelf voor vuur zorgde en als ze nu komt met de soep, en ze ziet me nog zoo zitten, kijkt ze teleurgesteld. Daarom probeer ik het toch maar, als ik niet zoo heel erg moe ben. Maar vanavond ging het niet.








i5

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.