jij met Roos slechts 11 te eten had. Ik heb je zoveel te vertellen, dat ik niet weet waar te beginnen.
Gisteren toen jullie weg waren had ik spijt als haren op mijn hoofd, dat ik zo had gezeurd en dat nog niks was gedaan. Afijn, ik toog aan de slag, fokte een heerlijke Ro-Els purée met rundvet en veel melk, vette jus en zalige sla, met toe verrukkelijk dikke havermoutpap (en dan te bedenken dat ik voor het onderduiken walgde van pap en alles wat maar een beetje vet was), zo stijf, dat ik de lepel er niet in kon zetten, dus nog een scheutje water erbij goot. Ik had ook bolletjes (van de bakker aan de deur) genomen en een massa brood, dus ’s avonds lekker gebikt, zonder vermageringskuur, de wurmen naar bed, luiers gewassen, aardappels geschild en toen was ik doodmoe en ging aan Ag. schrijven, daarna lezen, maar tolde boven mijn boek in slaap. Net knikte mijn hoofd tegen de muur toen er werd gebeld (22 uur) en ik vol vreugde Roos vrolijk geblèr op ving. Ik was stomverbaasd, want we hadden haar allebei niet voor vandaag terug verwacht. Maar ze wilde mij direct vertellen, dat ze jou veilig en wel in kwijltjes-Oemchens armen had gevlijd. (De moeder van Hetty, die toen weer bij Nel en Leen schuilde). In haar hand droeg ze Marijkes opmaakkoffertje dus mijn hart sprong op bij de gedachte dat ze moedertje had gesproken. In geuren en kleuren kreeg ik jouw belevenissen en daarna de aankomst bij moedertje, waar Elske had opengedaan die ze toch ook leuk vond, veel leuker dan op de photo, waarop ze een beetje eigenwijs had gekeken.
*17
Einde brief donderdagavond:Tegen vijven (ik was toen pas klaar) ging ik Jenny opbellen met 5 kinderen achter me aan, die ik onderweg aldoor kwijt was.
Ik kocht meteen 10 mooie paarse tulpen voor haar, waar ze reuze mee in haar schik was. Jenny erg aardig, blij haar hart eens te kunnen luchten. Wat het toch voor een p. streek was en het kwam vast van beneden en ze had het zo druk. Ze eten in de gaarkeuken, de kinders staan vroeger op, gaan later naar bed. Jan helpt flink. Och, och, ze weet zich geen raad, maar het