De oude zaak Godefrooi

Titel
De oude zaak Godefrooi

Jaar
1921

Overig
Boek van Scherts en Minnarij

Pagina's
210



8 De „zaak” bezat namelijk de reputatie van een in alle opzichten betrouwbare en solide timmerwinkel te zijn waaraan men zonder bezwaar allerlei reparatiën en kleine veranderingen aan en in huizen kon opdragen. Godefrooi maakte goed en net werk, had onder de bewoners den naam van oppassend huisvader en droeg het onbegrensd vertrouwen weg van alle huiseigenaren met wie hij zaken deed. Dit laatste was wrel het meest beduidende element der reputatie, wijl de zaak vele voorname heerenhuizen bediende, welke door de eigenaars zelve werden bewoond.

Natuurlijk was die bizondere reputatie der „zaak” grooten-deels gegrondvest op de netheid, het fatsoen en het onder-danig-beleefde van het personeel. Het opkweeken van dit was dan ook, een eeuw lang, de voornaamste zorg geweest van de Godefrooiers, van vader op zoon. Inderdaad werden de klanten dan ook altijd bediend door timmerlieden op gevorderden leeftijd, die binnenshuis nuchter waren en daar niet pruimden. Immers, het was een Godefrooi-traditie dat de timmerlieden dier zaak altijd op de stoep van het huis waar zij werkten hun tabakspruim uit den mond namen en onder hun pet borgen. Van de werklieden der andere oude winkels wisten zij, dat die hun „pruim” in den broekzak stopten, doch dat vonden de mannetjes van Godefrooi wat al te vies. En vies en proper waren in hun mond veel gebruikte woorden.

Nu was het waar dat zij allen een beproefden af keer hadden van onzindelijkheid en dus de reputatie van nette werkmenschen te zijn wél verdienden. Elk dier oude mannetjes zag er dan ook altijd proper uit, in zijn leeren schootsvel en met een zijden pet op. En allen hadden zij den meest volkomen eerbied voor het „heerschap” of de „mefrou” bij wie zij moesten werken. Ook hadden zij zich in den loop der jaren een bepaalde houding eigen gemaakt, vóórover gebogen, knieën ingedrukt, pet in de hand op borsthoogte gehouden en oogen terneer geslagen, om naar de kommando’s, opdrachten, terechtwijzingen en standjes te luisteren, welke tezamen de conversatie vormen van een heerenhuis-familie met een „werkman” als van Godefrooi. In dezelfde houding betuigde, nadat het karwei was verricht, de oudste der werklieden in daarvoor vastgestelde termen ook zijn dank voor de fooi, namens allen.

Tusschen het oogenblik dat zij de tabakspruim onder hun pet borgen en dat van den uittocht onder dankzegging voor de fooi, waren zij dan dagen, soms weken aaneen in zoo’n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.